Samen oplopen, letterlijk en figuurlijk

Geplaatst op: 21 juli 2018

BLOG In een reeks blogs & gastblogs vertellen mensen hoe zij weeting toepassen in specifieke rollen en beroepen. Na een manager, een adviseur gezondheid, een universitair docent deze keer trainer en coach Harriet Walinga

We spreken af in het Louis Hartlopercomplex op het Ledig Erf in Utrecht, waar het nog rustig is op deze maandagochtend om 11 uur. Ruim anderhalf jaar nadat Harriet Walinga, trainer & coach, zich voornam om coachgesprekken deels lopend te doen spreek ik haar, omdat ik nieuwsgierig ben hoe het haar bevalt. Ze stelt het Ledig Erf voor, want appte ze, “dan heb ik nog een loopje”

Al vele jaren traint Harriet in binnen en buitenland medewerkers van Johnson & Johnson op het gebied van vitaliteit. Het programma van J&J gaat over alles wat met je persoonlijke energiebalans te maken heeft: beweging, voeding, slaap, maar ook emotionele en mentale energie, en zelfs spiritualiteit: wat is voor mij de bedoeling. Het bedrijf wil in 2020 de gezondste werknemers ter wereld hebben. Ze heeft me anderhalf jaar geleden ook over de inhoud van de trainingen verteld, en het belang van het eten van groenten – niet alleen fruit – verspreid over de dag was voor mij nieuw. Sindsdien neem ik vaak wortel of radijs mee naar kantoor (en heb ik ontdekt dat wortel goed combineert met pure chocola…maar dat terzijde).

Van oorsprong ingenieur, maakte ze ruim tien jaar geleden de overstap naar het trainers- en coachvak. Ze is zelf heel sportief en is dol op bewegen, maakt zware fietstochten in minder bekende oorden zoals Kirgizië. De meest uitgebreide training die ze bij J&J geeft bevat ook sport, als onderdeel van het programma. De coachgesprekken deed ze binnen. Zeker niet alleen zittend, en ze gebruikt actievere werkvormen, maar ze ging niet naar buiten.

Lopend mis ik m’n whiteboard

Harriet was nieuwsgierig naar weeting en ging als deelnemer mee naar een cursus die ik gaf in Amsterdam in de zomer van 2016. Het laatste deel van de cursus vraag ik deelnemers na te denken over kansen om walking meetings toe te passen in hun werk, en dat concreet en praktisch te vertalen naar hun werkweek. Ik vraag hen dan ook om na te denken waarom het zou kunnen mislukken, welke hobbels en belemmeringen men voorziet. Dat kan van alles zijn: collega’s met hoge hakken, trage en onvoorspelbare liften in hoge kantoorgebouwen, of gefronste wenkbrauwen van managers. Tijdens de training wisselen deelnemers uit waar kansen en belemmeringen zitten en helpen ze elkaar om dat op te lossen. In haar geval zag ze een kans in coaching. Maar de aarzeling was er ook: ze maakt veel gebruik van een whiteboard tijdens de coaching. Hoe los je dat op, buiten lopend? Je kunt tekenen in een schrift maar dat is anders.

Eerst buiten, dan binnen

Na even nadenken bedacht ze zelf een oplossing: het opsplitsen van de coaching in twee delen. Het eerste deel: terugblikken en het behandelen van het “huiswerk” van de vorige keer en het tweede deel binnen aan de slag met whiteboard en koffie. We komen elkaar tegen in de trein en ze vertelde dat ze inderdaad sinds de zomer van 2016 elk coachgesprek het eerste half uur lopend heeft gedaan. Ik ben heel nieuwsgierig om daar meer over te horen en we maken een afspraak.

De zon schijnt als we elkaar op het Ledig Erf ontmoeten en we beslissen nog een rondje samen te lopen. Grappig genoeg precies het eerste half uur. Overal langs de singel staan witte en paarse krokussen en het ruikt lekker.

Bij Harriet lijkt zelden iets ingewikkeld te zijn. Ze voert nog steeds haar oorspronkelijke idee uit: het eerste half uur van de 2 uur durende coachingsessies doet ze standaard lopend. Alle coachees vonden het meteen een goed idee. Ze praten het eerste deel kort bij, blikken terug, en bespreken het huiswerk van de vorige keer en bepalen het doel van de rest van de sessie. De coachees vinden het allemaal lekker om buiten lopend te beginnen. Ze heeft het plan nooit hoeven aanpassen vanwege het weer. “Ik heb misschien een keer in de motregen gelopen.. maar het regent eigenlijk heel weinig in Nederland” lachte ze. Bij een nieuwe jongeman die de coaching op zichzelf al spannend vond was de eerste sessie binnen. “Maar de volgende keer gaan we lopen.”

Samen oplopen

Als ik Harriet vraag wat het haar als coach oplevert vertelt ze dat het goed werkt om een natuurlijk markeerpunt te hebben in een sessie. Buiten lopend terugkijken en het huiswerk bespreken, binnen, fris aan het werk met iets nieuws. “en de metafoor van een stuk samen oplopen.. die werkt volgens mij ook”. Het past letterlijk bij haar motto: zet mensen in beweging.

Voor haar zelf levert het concentratie op – al merkte ze helemaal aan het begin een keer dat ze te lang informeel bijpraatte. Sindsdien bewaakt ze dat – en dat gaat goed. “Heb je nog lastige situaties meegemaakt.. “ probeer ik. Toch wel. Ze maakte een keer mee dat de coachee bij de vraag naar het huiswerk in huilen uitbarstte. Normaal gesproken zou ze dat direct beetpakken, in dit geval wachtte ze tot ze weer binnen waren. Ze wil het binnen werken ook niet kwijt: heeft wel eens overwogen om de hele sessie lopend te doen maar dat uiteindelijk nooit gedaan. Ze gebruikt de whiteboard veel en het samen in een afgesloten ruimte zonder prikkels is ook waardevol. Een keer maakte ze mee dat ze een bekende tegenkwam, die met een uitgelaten “heee, Harriet” een gesprek startte. Dat is niet handig, maar als je er op bedacht bent kun je op een subtiele manier duidelijk maken dat je met iets anders bezig bent.

En de coachees?

Omdat ik nieuwsgierig ben wat de coachees zelf zeggen wat het lopen aan het begin van de coaching sessie oplevert, vraag ik Harriet of ze navraag wil doen. Een tijd later komt ze erop terug en mailt “Ik heb het nu aan alle coachees nu expliciet gevraagd en de ervaringen zijn in grote lijnen hetzelfde: allemaal vinden ze het fijn om lopend te beginnen. Simpelweg om buiten te zijn, maar ook omdat het een rustige, geleidelijke manier is om in de sessie te komen en het lopen hen helpt om gedachten te ordenen.

Een van de reacties van de coachees vind ik helemaal geweldig: namelijk dat het het lopen scherpte brengt in het doel van deze sessie – wat wil je eruit halen. Dat vraagt Harriet altijd als ze ongeveer 20 minuten onderweg zijn, en dat markeert het punt tussen terugkijken op de afgelopen weken en de focus op het werk binnen, gericht op nieuwe inzichten en opdrachten. Op het moment dat ze na de wandeling de deur doorgaan, naar binnen, is het voor hen allebei duidelijk waar ze mee aan de slag gaan.

Vanaf hotel Karel V het doel bepalen

Natuurlijk ben ik ook erg nieuwsgierig naar de manier waarop Harriet de ruimte gebruikt, en of ze de ruimte bewust gebruikt. Een van de dingen die we met weeting hopen te bereiken is meer contact en binding, niet alleen met elkaar maar ook met de omgeving. Ze legt uit dat het per gesprek en per persoon verschillend is en noemt een aantal voorbeelden.

Bijvoorbeeld bij sessies in het Coachhuis in Utrecht is het Ledig Erf een van haar vaste startplekken. Ze spreekt daar af en loopt dan via de singel en de Kromme Nieuwegracht naar het Coachhuis. Dat is in totaal 1,8 km. Het looptempo is afhankelijk van haar gesprekspartner, zelfs zonder dat ze er zich bewust van is, want toen ik haar vroeg of ze het niet moeilijk vond om af te wijken van haar natuurlijke looptempo, moest ze even nadenken en concluderen dat het vanzelf gaat.

Langs de Singel lopend, blikken ze samen terug. Ter hoogte van de Kromme Nieuwegracht checkt ze of ze inderdaad – zoals gepland – 20 minuten gelopen hebben. Als het looptempo hoger is, pakt ze een extra lus in de route en anders hebben ze vanaf dat moment tot het Coachhuis de focus op de vraag wat de coachingsessie moet opleveren.

Een andere vaste startplek is de brug bij het Spoorwegmuseum, voor een iets langere wandeling de andere kant op de Singel langs, in totaal 2,5 km, “en dan weet ik bij hotel Karel V en dat het tijd is om te focussen op de vraag wat coachee uit de sessie wil halen.” Harriet spreekt als startpunt van de wandeling dus regelmatig af op een andere plek dan waar het tweede deel, binnen, van de coachingsessie plaatsvindt. Het extra voordeel van op een andere plek afspreken is dat de coachee na de sessie een natuurlijke manier heeft om de sessie nog even te verwerken, terug naar het startpunt.

Groen op de kaart

Utrecht is zeker niet de enige plek waar ze coacht en dat betekent dat ze regelmatig op googlemaps kijkt, op zoek naar aantrekkelijke plekken in de omgeving, “Ik probeer zo snel mogelijk in het groen te komen”. Dit komt meestal neer op singels, grachten, kanalen en parken. Dat ze de omgeving zelf niet kent, vindt ze geen probleem, ze vertelt dat dan voor vertrek wel aan de gesprekspartner. Met de kaart in haar hoofd en een goed richtingsgevoel komt het eigenlijk altijd goed. Dat is overigens niet voor iedereen aan te raden, veel mensen vinden het prettiger om de weg te kennen en zeker te weten dat de omgeving meewerkt aan het overleg. Voor haar werkt het dus wel. Als het goed bevalt ontstaan er nieuwe vaste rondjes: vanuit het Coachhuis in Gouda bijvoorbeeld pakt ze standaard het zuidelijk deel van het rondje singel.

One to wandel 

Ook in haar werk als trainer van groepen zet ze lopen wel eens in. Bijvoorbeeld bij de energie-trainingen met een opdracht. Lopend nadenken en onderling uitwisselen over een vraag als “wat zou je ’s avonds doen als je met 30% meer energie thuis zou komen”. En sinds kort tijdens een serie workshops die ze geeft in Villa Jongerius, een bijzonder monument uit 1938 dat is gelegen langs een kanaal aan de westkant van het station Utrecht. Je kunt langs dat kanaal mooi lopen en onmogelijk verdwalen. Ze promoot het lopen ook tijdens de pauzes en de lunch van trainingen. De locaties op industrieterreinen lenen zich er niet altijd voor, je laat cursisten niet een rondje over de parkeerplaats lopen. Dat heeft Johnson & Johnson beter geregeld. Het bedrijf heeft op verschillende locaties, zoals in Campus Beerze in Umkirch, en in Belgie, “one to wandel” routes voor medewerkers aangelegd van 15-30 minuten. Als elk bedrijf dat zou doen, dat zou gaaf zijn…

Martine de Vaan